Hoe werkt de vermogensbelasting?

Carola van Dorp Expert belastingaangifteBijgewerkt op:13 juni 2025
De vermogensrendementsheffing is de officiële benaming voor de belasting over je vermogen. De manier waarop de Belastingdienst deze belasting berekent verandert steeds. Dit komt vooral doordat rechters de belastingregels van de Belastingdienst afkeuren. Op deze pagina vertellen we je alles over de belastingregels in 2025. Maar we hebben ook alle veranderingen in de vermogensbelasting op een rij gezet.
Wat valt er onder vermogen?
Onder vermogen vallen alle bezittingen en schulden die je hebt. Denk hierbij aan:
- Betaal- en spaarrekeningen.
- Contant geld.
- Effecten, zoals aandelen, obligaties en crypto’s.
- Vakantiewoning, een pand dat je verhuurt of ander onroerend goed.
- Vorderingen, geld dat je hebt uitgeleend aan iemand, zoals de familiehypotheek.
- Je aandeel in het vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE).
- Schulden, geld dat je van iemand hebt geleend of facturen die je nog moet betalen.
- Saldo van je creditcard.
- (Persoonlijke) leningen.
Het huis waarin je woont en roerende goederen zoals je auto, kunst, caravan of inboedel vallen niet onder het begrip vermogen. Ook schulden of vorderingen van de inkomstenbelasting op de Belastingdienst mag je niet meetellen.
Belasting 2025 berekenen op 2 manieren
In Nederland betaal je geen belasting over het vermogen dat je hebt, maar over het ‘inkomen’ dat je met je vermogen haalt. Hieronder valt bijvoorbeeld de rente op je spaarrekening, de koerswinst van je beleggingen of de waardestijging van je woning. Dat ‘inkomen’ noemen we rendement.
In 2025 kun je kiezen uit 2 manieren om de belasting over je vermogen te berekenen. Je kunt belasting betalen over een fictief rendement. Dit fictieve rendement is door de overheid bedacht. Of je betaalt belasting over je werkelijk rendement. In de aangifte over 2025, die je in 2026 doet, vul je beide in en vervolgens betaal je belasting over de laagste van de 2.
De belasting is in beide gevallen 36% over het rendement.
Belasting over fictief rendement
Hieronder geven we toelichting over het berekenen van de belasting bij het fictieve rendement. Deze manier van belasting heffen geldt sinds de belastingaangifte 2023. De officiële naam is de Overbruggingswet.
Bij de berekening volgens het fictieve rendement spelen de volgende elementen een rol:
Belastingvrij sparen 2025
Fictieve belasting berekenen 2025
Je vermogen wordt voor de fictieve berekening verdeeld in 3 groepen. Spaargeld, overige bezittingen en schulden. Onder spaargeld vallen je betaal- en spaarrekening, contant geld en je aandeel in het eigen vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE). Al je andere bezittingen vallen onder overige bezittingen.
Fictief rendement
Voor elk van deze groepen is een eigen fictief rendement bepaald. De percentages zijn:
Categorie vermogen | Fictief rendement 2025 | Fictief rendement 2024 |
Spaargeld | 1,44%* | 1,44% |
Overige bezittingen | 5,88% | 6,04% |
Schulden (na drempel) | 2,62%* | 2,61% |
* De percentages voor spaargeld en schulden over 2025 zijn voorlopig. Deze worden pas rond februari 2026 definitief vastgesteld. Het percentage van de beleggingen is een gemiddelde van de afgelopen 5 jaren. De rente voor spaargeld en schulden is een gemiddelde van het jaar zelf.
We leggen de berekening van de vermogensbelasting uit met een voorbeeld. We lichten dit voorbeeld daarna verder toe.
- Je vermenigvuldigt eerst de waarde per groep met het fictieve percentage. De uitkomst van de eerste 2 groepen tel je bij elkaar op. De uitkomst van de schulden haal je er van af. Dit is het berekende fictieve rendement.
- Vervolgens neem je het totale vermogen (bezittingen verminderd met de schulden na de drempel) en haal je de vrijstelling er van af. Dit is de grondslag sparen en beleggen, ook wel rendementsgrondslag genoemd.
- Als je samen aangifte doet, mag je het vermogen verdelen. Alle verdelingen zijn toegestaan, zolang je samen maar 100% aangeeft.
- Deel daarna de grondslag sparen en beleggen, uitkomst stap 2, van ieder door het totale vermogen. Dit is jouw aandeel in het vermogen dat belast wordt. En wordt uitgedrukt in een percentage.
- Vermenigvuldig het berekende fictieve rendement van stap 1 met het aandeelpercentage uit stap 4. Zo bereken je het voordeel sparen en beleggen. Over dit voordeel betaal je 36% belasting.
Belasting over het werkelijk rendement
Je kunt ook belasting betalen over je werkelijk rendement. Dit heet officieel de Wet Tegenbewijsregeling.
Berekening belasting
De berekening van de belasting is bij het werkelijk rendement simpeler. Je telt het werkelijk rendement bij elkaar op en daarover betaal je 36% belasting. Er zijn geen vrijstellingen of andere drempels. De uitdaging zit in het bepalen van je werkelijk rendement. Zo telt het rendement van het hele jaar mee. Ook van vermogen dat je op 1 januari nog niet had. Koop je na 1 januari van je spaargeld een vakantiewoning en ga je deze verhuren? Dan telt de woning voor de fictieve berekening niet mee, maar tellen de huuropbrengsten voor het werkelijk rendement wel mee.
Het werkelijk rendement kan positief of negatief zijn. Dus als je verlies maakt met je beleggingen dan tel je dit gewoon mee. Maar je kunt geen belasting terugkrijgen. Heb je bijvoorbeeld €400 rente op je spaarrekening gekregen en is het verlies op je aandelen €750? Dan heb je per saldo €350 negatief werkelijk rendement. Je betaalt dan geen belasting, maar krijgt ook niets terug.
Geen kosten
Kosten die je maakt tellen niet mee. Denk hierbij aan de kosten van je spaar- of betaalrekening. Of aan de onderhoudskosten voor je vakantiewoning. Dat valt niet onder het werkelijk rendement.
Lees meer:
Wat is het werkelijk rendement
Veelgestelde vragen over het werkelijk rendement
Voorlopige aanslag onzeker
In de voorlopige aanslag berekent de Belastingdienst de belasting over het vermogen met het fictieve rendement. Het rendement van spaargeld en schulden en nog niet definitief. Pas na het kalenderjaar wordt deze definitief vastgesteld. In je aangifte kun je kiezen voor het werkelijk of het fictieve rendement. In beide situaties betaal je in je definitieve aangifte meer of minder belasting.
Vermogensbelasting 2024 en eerder
In je belastingaangifte over 2024 zie je alleen de huidige wetgeving in de berekening. Maar als je werkelijke rendement lager is, hoef je minder belasting te betalen. Je kunt dit claimen door achteraf een (digitaal) formulier, Opgaaf Werkelijke Rendement, in te vullen. De hoogte van het werkelijke rendement moet je wel zelf bewijzen. Je krijgt vanzelf een brief over het formulier van de Belastingdienst.
Lees meer:
Het werkelijk rendement in de aangifte over 2024
Vermogensbelasting 2021, 2022 en 2023
Ook over de jaren 2021, 2022 en 2023 heb je recht op herrekening van de belasting. Maar je moet dit wel zelf aangeven en bewijzen hoeveel je werkelijke rendement was. Je kunt hiervoor het (digitale) formulier 'Opgaaf werkelijk rendement' invullen en insturen naar de Belastingdienst. Dit formulier komt vanaf de zomer van 2025 beschikbaar. Je krijgt vanzelf een brief over het formulier van de Belastingdienst.
Moet ik bezwaar maken?
Door de uitspraak van de Hoge Raad is bezwaar maken meestal niet meer nodig. Heb je in 2024 minder rendement behaald dan de Belastingdienst in je aangifte berekende? Dan kun je het formulier invullen om je werkelijke rendement door te geven. Bezwaar maken is alleen nog nodig als je het niet eens bent met de berekening van het werkelijk rendement.
Lees meer:
Wel of geen bezwaar maken tegen vermogensbelasting
Hoe maak ik bezwaar tegen mijn belastingaanslag?
Veranderingen in de belasting over het vermogen
In 2017 veranderde de overheid de spelregels voor het berekenen van de belasting over je vermogen. Belastingplichtigen waren het niet eens met deze regels en gingen met succes naar de rechter. Op 24 december 2021 deed de hoogste rechter van ons land, de Hoge Raad een positieve uitspraak, het zogeheten Kerstarrest, en moest de Belastingdienst de regels aanpassen. Dat zijn de fictieve regels geworden die hierboven beschreven staan.
Toch is ook hierover weer een rechtszaak tegen de Belastingdienst aangespannen. De Hoge Raad deed op 6 juni 2024 uitspraak in een van deze rechtszaken. De rechter vindt de fictieve belastingregels nog steeds oneerlijk. De Belastingdienst mag niet uitgaan van het bedachte rendement, maar mag alleen belasting berekenen over je werkelijk rendement. Hierdoor zijn er nu 2 systemen. Ondertussen werkt de wetgever hard aan nieuwe wetgeving vanaf 2028. Dan wordt de belasting alleen nog maar berekend over het werkelijk rendement.In de tabel hieronder vind je een overzicht welke wetgeving in welk jaar geldig is.
Wetgeving IB2001 | 2017 tot en met 2022 |
Rechtsherstel | 2017 tot en met 2020 onder voorwaarden |
Overbruggingswet | 2021 tot en met 2027 |
Tegenbewijsregeling | 2021 tot en met 2027 |
Wet werkelijk rendement | 2028 en daarna |
Wil je meer weten over de rekenmethode die van 2017 tot en met 2022 van toepassing was? Dat lees je in het artikel 'Vermogensbelastingg 2022 en eerder'. Meer informatie over de toekomstige plannen vanaf 2028 vind je in het artikel 'Toekomst vermogensbelasting'.
Standpunt Consumentenbond box 3
De uitspraak van de rechter op 24 december 2021 gaat over de belastingjaren 2017 tot en met 2020. Er volgde compensatie voor iedereen die bezwaar maakte voor 24 december 2021. Je hebt geen recht op compensatie over de jaren 2017 tot en met 2020 als je geen bezwaar gemaakt hebt tegen de aanslag. Dit werd met Prinsjesdag 2022 bekend gemaakt. Wij vinden dit oneerlijk en daarom zijn we een claim gestart.
Op dit moment richt onze claim zich op rechtsherstel voor de gedupeerden die over de periode 2017-2020 geen bezwaar hebben gemaakt. We zijn hiervoor een aantal rechtszaken gestart. Met als doel om alsnog compensatie te krijgen voor deze groep.
Wil je op de hoogte blijven van de vorderingen van deze rechtszaken? Meld je dan vrijblijvend aan.